Op 20 februari 2023 werden wij door de bezwaarcommissie van de gemeente Leeuwarden gehoord. Onze advocaten openden de hoorzitting met een pleitnota, daarna mochten wij onze aanvulling inbrengen:

Geachte commissie,

Allereerst willen we duidelijk maken: wij zijn ons nooit bewust geweest van het feit dat onze wensen niet mochten. In juni 2022 zijn wij aan ons huidige woonadres komen wonen en al lang van tevoren, voordat de overdracht plaats vond, hadden wij plannen gemaakt om het aanzicht van ons perceel mooier en verzorgder te maken dan de situatie zoals wij het hadden aangekocht.
Voor onze plannen hebben wij ons georiënteerd op schuttingen in onze onmiddellijke nabijheid: we hebben naar de verschillende materialen, hoogtes en beplanting gekeken. Op basis van deze oriëntatie hebben wij gekozen voor een hoge schutting mèt beplanting, vooral omdat dit in onze directe buurt, maar ook in de rest van de wijk gangbaar is. Dat een hoge schutting volgens de richtlijnen echter niet toegestaan is, is bij ons nooit opgekomen en konden wij door alle andere hoge schuttingen in onze buurt ook niet vermoeden. Wij waren dan ook zeer verbaasd dat dit niet mocht. We dachten ook: “Dit is toch zeker een grapje?”
Van onze kant daarom: excuses voor de wijze waarop dit gelopen is, als wij geweten hadden dat dit niet toegestaan was, dan hadden wij dit vanaf het begin meteen al anders aangepakt.

Het plan

Ons plan voor de schutting met begroeiing voorziet ons in een aantal belangrijke punten:

  1. Allereerst persoonlijke levenssfeer, privacy en bescherming van ons terrein en alles wat zich daarop bevindt.
    Wij zijn aan 3 zijden omringd door een openbare weg en/of voetpad. De afstand van het openbare gebied tot onze woning is klein: naar binnen gluren is eenvoudig en onze fietsen en andere goederen zijn duidelijk zichtbaar. Zonder een fatsoenlijke afscheiding zijn onze goederen gemakkelijk “mee te nemen”, ook al staan ze op slot.
  2. Afwisseling en variatie in plantkeuze.
    Tijdens onze oriëntatie hebben wij in de wijk veelvuldig het gebruik van hedera en coniferen gezien. In onze ogen geeft het gebruik van deze planten een oubollige, saaie, fantasieloze uitstraling en door de wijze waarop deze planten van nature groeien blijft er weinig ruimte over voor andere planten, zoals een vrolijke bodembedekker in de zomer of bloembollen die in het vroege voorjaar met veel kleur het nieuwe seizoen aankondigen. Onze visie is: er moet een speelse afwisseling in bloem- en bladkleuren komen, zoals bijvoorbeeld de klimhortensia, clematis en wilde wingerd. Hierdoor creëren we niet die eentonige groene tunnel die je op veel plekken in de wijk tegenkomt, maar wordt het verkeer bij het binnenkomen in de straat elke keer weer op een ander kleurenpalet getrakteerd! Kortom een feest voor het oog!Bijkomend voordeel: door te kiezen voor een afwisselende beplanting bereik je optisch het effect dat de lengte van de schutting juist kleiner lijkt! Met alleen maar hedera of zelfs coniferen benadruk je juist de lengte!Onze beplanting komt aan de zonzijde van de schutting, volgens onze hovenier is dat een garantie voor het aanslaan van de beplanting. En mocht dat niet aanslaan, dan zorgen we dat er nieuwe beplanting komt.Bij de aanvraag van de vergunning hebben we deze plantkeuze en ook de afwisseling in verschillende vlakken met planten uitgebreid in onze zienswijze toegelicht.Mochten er nog twijfels zijn over de intentie van ons om de schutting te beplanten: wij hebben bij de aanleg van de schutting al ruimte voor de beplanting meegenomen: een 20 cm brede strook tussen het voetpad en onze schutting.

Helder communiceren hoeft geen rocket science te zijn

De wijze waarop de gemeente onze aanvraag heeft afgehandeld vinden wij op z’n zachtst gezegd betreurenswaardig:

  1. De betrokken gemeenteambtenaren zijn zeer slechte lezers.
    De indruk die zij wekken is dat er geen aandacht wordt besteed aan onze zienswijze. Onze ideeën en argumenten zijn inhoudelijk geen enkele keer besproken. Elke keer als de gemeente met een antwoord op onze vragen komt, dan gaan ze uit van de huidige situatie: een kale schutting, niet vanuit de beoogde situatie: een mooie en kleurrijk begroeide schutting.
    Wij hebben ook aan de gemeenteambtenaar aangegeven dat we geconstateerd hebben dat hij geen kennis neemt van wat wij aanleveren en daar ook niet inhoudelijk op in gaat. Natuurlijk heeft hij ook hier niet op gereageerd, maar dat was wel te verwachten.
  2. Geen verheldering van de antwoorden.
    Meerdere malen hebben we de gemeente gevraagd om verheldering van hun argumenten en antwoorden te geven, maar hier is keer op keer niet op gereageerd.
    Zo hebben wij gevraagd wat er bedoeld wordt met “te hard qua materialiseren”, “zachte materialen” en “harde materialen”. Dat zijn termen die herhaaldelijk in de correspondentie van de gemeente terugkomen. Mogelijk is het vakjargon, dus heb ik op internet gezocht naar verklarende definities van deze bewoordingen, maar Google, die alles kan vinden, kon me daar geen antwoord op geven. Als er geen duidelijke definitie van deze bewoordingen is, dan heb je al helemaal geen duidelijke norm en kun je er uiteindelijk ook geen consequenties aan koppelen. Toch?
    Als een schutting nu eenmaal begroeid is, dan maakt het toch niet meer uit wat het onderliggende materiaal is? Je kunt als het begroeit is ook niet meer zien, wat er onder zit.
  3. In gesprek met de burger? Dat doen we niet.
    Zowel bij de aanvraag van de vergunning als in elke daaropvolgende e-mail hebben wij aangegeven dat wij graag in een persoonlijk gesprek onze standpunten willen toelichten en proberen om tot een gezamenlijke oplossing te komen. In eerste instantie is hier niet op gereageerd, daarna volgde een antwoord dat suggereerde dat een gesprek wel mogelijk was (maar dat kon niet omdat de stedenbouwkundige nog met vakantie was) en uiteindelijk kwam het botte antwoord: “Nee, wij vinden een gesprek niet noodzakelijk.”
    Zo’n antwoord, daar zakt je toch de broek van af? Ik leer mijn kinderen om het gesprek aan te gaan als je er niet uit komt, want zo kom je vaak sneller tot een wederzijds begrip en daarmee gauwer tot een oplossing.

Alleen handhaving na een melding?

Waarom handhaaft men alleen wanneer er een melding wordt gedaan? En in hoeverre worden wij dan gelijk als de rest van de buurt behandeld? Kunnen we daarmee niet constateren dat de gemeente al aanvaardt en accepteert dat er hoge schuttingen zijn? U heeft hiervan van ons 50 voorbeelden aangeleverd gekregen. U kunt toch niet ontkennen dat deze schuttingen er niet zijn? Of wel soms?

Als de gemeente onze aanvraag niet wil accepteren, dan zal de ook richting alle andere hoge schuttingen in de wijk handhavend opgetreden moeten gaan worden. En dat zijn er honderden! Pas dan is er sprake van een gelijkheidsbeginsel. Wij waren dan ook zeer verbaasd dat de gemeenteambtenaar juist dit beginsel betrok in zijn argumentatie. Misschien is een aanvulling op of een herziening van het bestemmingsplan nog de beste optie?

Gedateerde visie

In onze ogen is de visie in het bestemmingsplan een gedateerde visie en met name wat betreft de beplanting waarmee men wel akkoord gaat: hedera en coniferen. Planten die typerend zijn voor de jaren ’70 en ’80 en daarmee het groene deel van de omgeving een ouderwetse en saaie uitstraling geven. Kan de gemeente niet beter meegaan met de tijd in plaats zich krampachtig vast te houden aan een stijl van pensionada’s?

Tenslotte willen wij nogmaals het verzoek aan de gemeente herhalen: stuur ons het handhavingsverzoek toe, inclusief de naam en adres van de indiener. Wij willen graag met de indiener in overleg gaan en ons plan toelichten, wellicht dat dat verhelderend werkt en de zorg bij de indiener wegneemt. Had deze procedure er niet geweest, dan hadden wij nu al het begin van een mooie begroeide schutting gehad.

Tot zover onze toelichting.